Een groot ijzeren hek langs de Nederlandse grens, met daarop
2.000 volt, om te voorkomen dat vluchtelingen ons land binnenkomen. Een bizar
idee? Nog geen honderd jaar geleden was het werkelijkheid! Langs de gehele
Nederlands-Belgische grens hadden Duitsers zich zo’n ijzeren gordijn neergezet,
de zogenaamde Dodendraad.
Opvang van Belgische vluchtelingen in Bergen op Zoom (bron:www.ssew.nl) |
Nadat de Duitsers op 4 augustus 1914 België binnenvielen,
wilden zij zo snel mogelijk doorstoten naar de havenstad Antwerpen. Gaandeweg stuitten ze op weerstand van het
Belgische leger en de bevolking. Desondanks wisten ze op 10 oktober 1914 de
stad Antwerpen in te nemen. De Antwerpse bevolking vluchtte naar het veilige,
neutrale Nederland. Een enorme mensenstroom ging te voet, per fiets, met
paard-en-wagen en met hand- en hondenkarren in de richting van de Nederlandse
grens. In steden als Roosendaal en Bergen op Zoom werden in allerijl
tentenkampen opgericht en mensen werden in scholen, kerken en bij particulieren
ondergebracht. Om de vluchtelingen te spreiden, werden ze door het hele land
opgevangen.
In totaal kwamen een miljoen Belgische vluchtelingen naar Nederland,
dat op dat moment zelf overigens maar zes miljoen inwoners kende. Je kunt dus
met recht spreken van een vluchtelingenprobleem. Van ’terugsturen’ of ‘opvang
in de regio’ was geen sprake, dit wás de regio! We hadden geen keus; de positie
van Nederland was vergelijkbaar met die van landen als Griekenland of Italië
vandaag de dag. Ook van een angst voor ‘gelukzoekers’ was nauwelijks sprake. De
meeste Belgen keerden na enkele weken terug naar Antwerpen. Sommigen bleven
voor de duur van de oorlog in ons land.
De vluchtelingen waren dus welkom, maar werden ze ook met
open armen ontvangen? Niet overal. Zoals zo vaak vonden wij Hollanders wel een
manier om er een financieel slaatje uit te slaan. Voor de de Belgische Frank werden
ineens flink hogere wisselkoersen berekend aan de vluchtelingen en ook veel
huisjesmelkers draaiden de hulpbehoevende zuiderburen probleemloos een poot
uit. Toch werden overal hulpcomités opgericht, die zich bezig hielden met het
regelen van voedsel, kleding en onderdak voor de Belgen.
De Dodendraad op de Belgisch-Nederlandse grens (bron: www.geschiedenislokaal013.nl) |
De vluchtelingenstroom van België naar Nederland was de
Duitsers een doorn in het oog. Met de burgers gingen namelijk ook een hoop
jonge mannen de grens over, die zich via Nederland en Engeland achter de
frontlinie bij het Belgische leger wilden aansluiten. Ook werd er belangrijke
(militaire) informatie gesmokkeld via de grens. Om dit tegen te gaan, plaatsten
de Duitsers een groot ijzeren gordijn langs de gehele kust van Cadzand tot
Vaals. Het hekwerk bestond uit twee rijen prikkeldraad, met daartussen een hek
met stroomdraad, met daarop 2.000 volt. Omdat de bevolking in die tijd nog
nauwelijks wist wat elektriciteit was, laat staan de werking ervan, zorgde de
draad voor talloze doden. Een exact aantal is niet bekend, maar het aantal slachtoffers
wordt op circa 800 geschat.
Hoewel hier in de Westhoek geen Dodendraad is geweest, en er
dus ook geen restanten van zijn te vinden, speelt dit fenomenaal wel een paar
dagen door m’n hoofd, vooral na het zien van de vele vluchtelingen die Europa
proberen binnen te komen. Enkele Oost-Europese landen bouwen op dit moment weer
zo’n ijzeren gordijn om de vluchtelingen buiten te houden, voor zover ik weet
overigens wel zonder stroom, maar het heeft toch iets van een déja-vu. Ik denk
dat we qua gastvrijheid nog een hoop kunnen leren van de opvang van
vluchtelingen in 1914. Zouden onze zuiderburen in het politieke klimaat van vandaag
de dag nog net zo welkom zijn?
Monument voor slachtoffers van de Dodendraad in Sippenaken (B.) |
Detail van het monument in Sippenaken |
Meer weten over ‘D’n droad’? Kijk op:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten