maandag 31 augustus 2015

De herdenkingskermis van Ieper

Broodjeszaak Het Beleg van Ieper
Sommige (zelfbenoemde) Nederlandse WO1-experts willen zich nog weleens denigrerend uitlaten over de ‘herdenkingskermis’ die Ieper zou zijn. Ja, natuurlijk bestaat dit gebied van het WO1-toerisme, als je de oorlog wegdenkt is er in deze regio niet al teveel te beleven. En ja,  die oorlog wordt hier ook ten volle uitgebuit… Overal is in winkels, restaurants en cafés wel een verwijzing naar De Grote Oorlog te vinden. En ja, bij de broodjeszaak ‘Het Beleg van Ieper’ kan ik een glimlach ook niet onderdrukken. De Eerste Wereldoorlog leeft hier. Maar mogen ze ook? Als ze ergens het recht hebben om honderd jaar na dato nog van die allesvernietigende oorlog te  ‘profiteren’, dan is het hier.

Tijdens een rondwandeling door ‘ons’ dorp Langemark worden de kille cijfers heel hard duidelijk.
Museum In Flanders Fields
Een informatiebord op de Boezingestraat vermeldt het aantal inwoners tussen 1915 en 1918: NIEMAND! (Over 1914 zijn geen cijfers bekend). Na de oorlog keerde ca. 500 inwoners terug. Dat was ongeveer 10% van het aantal inwoners dat het dorp ooit telde. Degenen die terugkeerden troffen niets meer dan puin en modder aan… Alles moest van nul af aan worden heropgebouwd. En dat geldt eigenlijk voor alle plaatsen hier in de buurt.

Vandaag een bezoek gebracht aan het In Flanders Fields Museum in Ieper. Dit zou volgens ‘de kenners’ het epicentrum van de herdenkingskermis zijn. Dit museum vertelt niet zozeer het grote verhaal van het militaire verloop van de oorlog, maar het verhaal wordt via videoschermen verteld door de ‘gewone’ man; van verpleegster tot dorpspastoor. En  ja, misschien wordt deze vorm van ‘experience’ niet door iedereen gewaardeerd, maar ik vind het In Flanders Fields Museum één van de meest indrukwekkende musea die ik ken.

British Grenadier Bookshop
En ja, natuurlijk komen er busladingen met toeristen – vooral – Britten naar Ieper, maar vergeet niet dat dat voor een groot deel schoolkinderen  zijn. Iedere Britse scholier komt in z’n leven wel een keer in Ieper. Op deze manier wordt de herinnering aan de verschrikkingen die hun voorouders hebben doorstaan, levend gehouden. En dat kan in deze tijden van oorlogen en vluchtelingenstromen (hoeveel zijn we opgeschoten in 100 jaar?) mijns inziens geen kwaad.





Boeken en WO1-souvenirs
Ook wij belanden in de Engelse Grenadier Bookshop, vlakbij de Menenpoort; een winkel van Malle
Pietje vol (tweedehands) boeken over WO1 en de nodige WO1 prullaria. En ja, uiteindelijk sta je dan toch weer voor 66 euro aan boeken af te rekenen… (waaronder overigens een flink aantal voor Karen). Je kunt daar je bedenkingen bij hebben en dit een ‘kermis’ noemen.

Maar hoe zit dat dan met ons eigen Anne Frank Huis, dat alweer wil uitbreiden om nog meer toeristen aan te kunnen? Of de recente verbouwing van het Airborne Museum in Oosterbeek, dat ook verworden is tot een experience? Moeten we dat dan ook een ‘kermis’ noemen? In dat laatste museum zijn in de museumshop tegenwoordig speelgoedtanks en -vliegtuigen te koop. En tot overmaat van ramp oorlogs-Lego… Is dat dan wat we de jeugd willen meegeven? Nee, dan kunnen ze wat mij betreft beter een bezoek aan de herdenkingskermis van Ieper brengen.  


Geen opmerkingen:

Een reactie posten