“Ga je nu alweer naar de Westhoek? Daar ben je toch al
geweest?” Dat is een veel gehoorde reactie als ik vertel dat ik weer een week
naar de omgeving van het Belgische Ieper ga om de vele monumenten,
begraafplaatsen en musea rondom de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) te bezoeken.
In deze streek is heftig gevochten, zijn vele duizenden doden gevallen, zijn voor het eerst gifgas en vlammenwerpers gebruikt als wapens en is zoveel verwoest dat er letterlijk geen steen meer op de ander stond. Niet het eerste gebied dus waar je aan denkt als je op vakantie gaat.
Met deze serie bijdragen probeer ik inzicht te geven in mijn fascinatie voor ‘Den Grooten Oorlog’ en de redenen waarom ik hier nog lang niet ben uitgekeken.
In deze streek is heftig gevochten, zijn vele duizenden doden gevallen, zijn voor het eerst gifgas en vlammenwerpers gebruikt als wapens en is zoveel verwoest dat er letterlijk geen steen meer op de ander stond. Niet het eerste gebied dus waar je aan denkt als je op vakantie gaat.
Met deze serie bijdragen probeer ik inzicht te geven in mijn fascinatie voor ‘Den Grooten Oorlog’ en de redenen waarom ik hier nog lang niet ben uitgekeken.
Diederik van Vleuten gebruikte in zijn theatervoorstellingen
over de Eerste Wereldoorlog de term ‘slagveldvakantie’. Dat is misschien wel
een term die de beide tegenstrijdige begrippen van oorlog en vrijheid het beste
samenvat. Gisteren stond ik op de begraafplaats van Hooge Crater, langs de
Meense Weg bij Ieper. Deze verkeersweg lag destijds midden in de frontlinie en
hier is dus heftig gevochten. Hoewel ik hier een paar jaar geleden ook al eens
was, merk ik dat ik nu met andere ogen naar de grafstenen kijk. Natuurlijk, de
hoeveelheid van ruim 6.000 stenen blijft indrukwekkend, maar ik zie nu ook
duidelijk het grote aantal soldaten dat is gesneuveld in het najaar van 1917,
een duidelijke link naar de Derde Slag om Ieper, één van de bloedigste slagen
uit de Eerste Wereldoorlog, die hier in die periode werd
uitgevochten.
Wat mij ook opvalt zijn de stenen waar twee of meer soldaten
liggen begraven, die zijn me tijdens mijn vorige bezoek niet opgevallen: twee,
drie, vier en soms zelfs vijf ‘soldiers of the great war’. Allemaal naamloos
begraven, ‘Known unto God’.
Kijkend naar de leeftijden op de grafzerken schoot mij een
vreemde gedachte te binnen. De afgelopen weken werd in Nederland gediscussieerd
over de vraag of een voetbalclub als Ajax niet me te jonge en onervaren spelers
Europa in was gegaan. De spelers hebben ongeveer dezelfde leeftijden als de
jonge mannen onder de grafmonumenten. Heeft iemand zich toen überhaupt druk
gemaakt over de ervaring van deze jongens en of ze wel oud genoeg waren? Ook
zij werden ‘Europa’ in gestuurd. Zij wonnen niet, noch op doelsaldo, noch op
strafschoppen…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten